
In het kleine dorp Delut doet zich een spectaculair hydrogeologisch fenomeen voor dat «les bouillons de Delut» wordt genoemd. Het water spuit dan als een geyser uit de grond en zet met name het gebied rond de kerk helemaal blank. Dit komt doordat het dorp op een zogeheten karstplateau ligt, een geologische laag van kalksteen. Door spleten dringt er water in de kalksteen waardoor deze deels wordt opgelost en er kuilen (dolinen) en schachten (orgelpijpen) ontstaan. Uit onderzoek is gebleken dat deze onderaards verbonden zijn met elkaar en dat er zelfs verbindingen zijn tussen de rivieren Othain, Loison, en Thinte.
Wie dit wil zien moet snel zijn want doorgaans duren de bouillons niet lang.